Missieblog Kenia West 2025
Dag 1 en 2
Zondag 2 maart, half negen, Schiphol: één voor één druppelen de leden van ons team binnen. Femke, Nadine en Ruth zijn al vertrokken naar Kenia en de rest volgt vandaag. Na de douane verzamelen we met z’n zevenen bij Starbucks voor een kop koffie en als we daarna Martine bij de gate ontmoeten zijn we compleet. Er wordt meteen volop gekletst en voor we het weten is het tijd om te boarden.
De vlucht verloopt soepel, en daarna mogen we kennis maken met Afrika: na stipt op tijd geland te zijn kost het een kleine twee uur om douane, bagageband en checkout te passeren. Maar in het hotel worden we warm ontvangen door Nadine, met drankjes en snacks. Na een korte briefing duiken we ons bed in voor een kort nachtje, want de volgende dag vertrekt onze bus al om zeven uur.
Maar ook de volgende dag merken we dat we in Afrika zijn: de heren van de bus zijn wat later, dus we rijden om acht ipv zeven uur. Na een half uur zet de chauffeur de bus aan de kant want hij heeft geen vaart en de motor wordt te warm. Ondanks dat Nadine hem bezweert dat er binnen 40 minuten ‘Nadine time’ een vervangende bus moet zijn en zijn belofte dat dat gaat lukken duurt het twee uur voor er een andere bus is.
Met nog tweeënhalf uur vertraging rijden we verder naar Kisumu. De rit is mooi, het landschap afwisselend, en dat we zebra’s en bavianen zien onderweg maakt het nog beter.
Janine ziet ook een kudde dromedarissen maar dat gelooft niemand zonder foto-bewijs😃. Uiteindelijk arriveren we met voor donker bij het hotel, pakken alleen de hoognodige spullen voor de eerste checkdag en dan zijn we klaar om de volgende dag aan de slag te gaan!
Dag 3: 4 maart 2025
Verder waar het asfalt stopt
‘Veel programma’s stoppen, waar het asfalt ophoudt’. Onze bevlogen medisch missieleider Nadine komt al jaren in Kenia en weet als geen ander hoe belangrijk het is om juist die afgelegen gebieden te bezoeken waar wij vandaag naartoe gingen.
Onze geweldige chauffeur loodste ons tot de nok toe gevulde busje moeiteloos de onverharde, heuvelachtige weg over naar een basisschool in Kimerek,, waar we uiteindelijk 180 kinderen zouden zien op onze eerste checkdag. Als een ware bezienswaardigheid reden we door het dunbevolkte gebied, zwaaiend naar kinderen die we onderweg tegenkwamen en arbeiders op het land die hun werk even stillegden om ons in ons volgepropte busje eens goed te bekijken.
Op school werden we met gedans en gezang onthaald, wat oneindig door had kunnen gaan als Nadine niet had geopperd dat het tijd was om aan het werk te gaan. En gewerkt, dat hebben we. Met ongelooflijk veel plezier. En vooral ook in goede samenwerking met collega’s van de Sophia Foundation én enthousiaste oudere leerlingen die zelf later ook dokter willen worden.
Er waren natuurlijk ook verdrietige situaties. Kinderen voor wie we minder konden doen dan we in Nederland zouden kunnen. Maar wat overheerste was dankbaarheid dat we hier mogen zijn. Dat deze 180 kinderen – en dat alleen vandaag al – goed in de gaten worden gehouden, zijn gemeten en gewogen, gecheckt op bloedarmoede, malaria en andere narigheden, naar de tandarts zijn geweest (waar ze ook nog een knuffel mochten uitzoeken, wat leidde tot enthousiaste aanvragen bij onze dokters van kinderen die óók graag naar de tandarts wilden 🙂 , een tandenborstel hebben gekregen, medicijnen waar nodig en vooral: de aandacht die ieder kind verdient.
We kunnen zonder uitzondering niet wachten op de tweede checkdag. Als de bus weer is gevuld, de taken zijn verdeeld en we het asfalt weer verlaten.
Dag 4: 5 maart
‘The view and the loo‘
Vandaag checken we vlakbij de locatie van gisteren, in Kalamaibei. Dat is fijn voor de zes kinderen die gistermiddag niet meer gezien konden worden door Christo, want die kunnen vandaag alsnog bij hem terecht.
Het is weer ruim een uur rijden met als toetje een stuk dirt road. Onverharde weg met kuilen en gaten, stijgend en dalend in flinke percentages. Zelfs in een 4×4 SUV zouden wij er nog eens goed over nadenken, maar onze chauffeur Paul loodst ons er met een volgepakte bus soepeltjes doorheen. Chapeau!
We checken vandaag in een kerk en vrijwel alle stations staan in één en dezelfde ruimte opgesteld. Voordeel: je kan elkaar zien. Nadeel: je kan elkaar (en de kinderen) horen. Vergeleken met gisteren zien we kinderen die er minder goed verzorgd uit zien qua kleding, meer ringworm, schurft en/of ondervoeding hebben, maar ook minder kinderen samen met een verzorger. Terwijl de moeders die wel meekomen niet altijd een tolk nodig hebben omdat ze redelijk goed Engels spreken.
Het terrein om de kerk glooit nogal, en voor de lunch is het kiezen: schaduw of vlak terrein. Er wordt gekozen voor het eerste (gelukkig). Dat trekt Christo’s stoel niet helemaal, maar Christo blijkt sneller dan de zwaartekracht want voordat de stoel op de grond ligt staat hij overeind. Wat ons leidt tot bespiegelingen over de zeldzame combinatie van sterk, snel en ook nog eens fijnmotorisch zeer competent. We voelen de noodzaak ontstaan om een filmpje te maken over deze snelle armworstelende tandarts, met als titel ‘Christo Superstar’. Komt op het takenlijstje.
Een ander gespreksonderwerp tijdens de lunch is ‘the view & the loo’. Waarbij het eerste bij MCC checkdagen altijd adembenemend schijnt te zijn en de laatste immer teleurstellend. De groep blijkt behoorlijk divers om te gaan met die teleurstelling. We variëren in oplossingsstrategie van ‘veel drinken maar zeer beslist geen toiletstop’ tot ‘zeer bedreven in squatten op een hurktoilet zonder dat je kleding de grond raakt’. Voor de diverse tactieken verwijzen we naar de individuele leden van ons team.
Een deel van ons team heeft de lunch grotendeels geskipt om in de klaslokalen en in de keuken te kijken. Indrukwekkend hoe in een heel basic ingerichte keuken op houtvuren in giga ketels een warme maaltijd wordt gemaakt voor 545 kinderen. En het contact met de kinderen in de klaslokalen was hartverwarmend. Vol trots werden hun kunstprojecten geshowd en de nieuwe tandenborstels uitgeprobeerd.
Na weer een dag prettig hard gewerkt te hebben met elkaar is het rond half vier, als we ongeveer 207 kinderen gechecked hebben, tijd om op te breken. We gaan ons vol goede moed voorbereiden op de adembenemend teleurstellende ‘view and loo’ van morgen.
Dag 5: 6 maart
Meegaan met MCC is een avontuur. Omdat de bus een lekke band heeft en het niet overal veilig is om te stoppen; tot het even later eigenlijk helemaal niet nodig blijkt te zijn om hem te verwisselen. Omdat je rijst van het ontbijt meesmokkelt voor de lunch maar er niet aan denkt die gekoeld te bewaren. En vooral omdat zaken als het volgen van verkeersregels, het gebruik van buitenspiegels en het op de eigen weghelft blijven hier volkomen optioneel zijn. En dan hebben we het nog niet gehad over spinnenwebben en andere narigheid die aan het eind van de dag in je petje blijken te zijn blijven hangen.
Maar meegaan met MCC is vooral een feest. We worden toegezongen als we bij scholen aankomen, we krijgen de liefste voorzichtige glimlachjes en hebben mooie en vaak aangrijpende gesprekken met moeders en oma’s.
We waren vandaag op een school in Kesengei, waar de verschillende ‘stations’ van de MCC-caroussel in afzonderlijke lokaaltjes een plekje vonden. Meten en wegen, Hb-waarde controleren, eventueel malaria en urine testen, een check bij de dokter, indien nodig langs de tandarts, de apotheek en als kers op de taart voorlichting over tanden poetsen door onze onvolprezen Keniaanse collega John. Dankzij vele donaties uit Nederland kan hij iedere dag weer alle kinderen een tandenborstel mee naar huis geven.
In totaal zagen we 170 kinderen en daar waren we blij mee, want het was een wat kortere checkdag. Vanwege een wat langere reis naar ons nieuwe onderkomen in de middag, was het snel en in shifts lunchen zodat we wat eerder konden stoppen. Het was stevig doorwerken, maar als er dan een jongetje langskomt dat jaren geleden aan een rolstoel gekluisterd was en nu zelf op de weegschaal stapt, maken al die zweetdruppels helemaal niets meer uit.
Dag 6: 7 maart
Vandaag gaan we naar St. Peters school, een grote school met 600-700 leerlingen. Wij zien op de scholen in principe de jongste kinderen, tot een jaar of 7-8. Op deze school zitten die in een apart gebouw, met een eigen schoolplein. We zetten de dokterspost en de apotheek buiten op onder een partytent. Het blijkt een uitdaging (lees: onmogelijk) om iedereen uit de zon te houden. Dus veel drinken en smeren is het devies.
Dit keer werden we niet alleen met gezang begroet maar we kregen ook allemaal een kralenarmband in de kleuren van de Keniaanse vlag!
En als je dan denkt dat je niet meer armoede kan zien, blijkt het toch te kunnen. Het valt ons allemaal op: veel ringworm, een aantal tienermoeders, veel vuile en kapotte kleding. Er komen een aantal kinderen voorbij van wie de situatie en het gebrek aan perspectief ons echt raakt. Maar daar staat tegenover dat het contact met deze kinderen en hun moeders hartverwarmend is!
Tot besluit maken we op verzoek Marina een groepsfoto met team MMC, team Sophia en alle kinderen. Dat is nog een interessante ervaring, want nu we onze formele taak erop hebben zitten worden we blijkbaar heel aaibaar: iedereen wil aan ons voelen, plukken, knijpen, aan ons haar trekken etc. Heel grappig, maar fijn als Marina’s fotosessie erop zit na vijf heeeeeele lange minuten. En dan snel de bus in.
En daar blijkt, we zijn nog geen week onderweg, en Jeantine en Astrid gaan aan de drugs 🙈. Dat wil zeggen: op de terugweg in de bus maken ze de waterflessen van de apotheek soldaat, die gebruikt worden om antibioticapoeder op te lossen, die met hoofdletters DRUGS gemerkt zijn.
Dan toch nog een keer over het verkeer: al eerder roemden we de chauffeurskwaliteiten van Paul. Hij is echter niet alleen master van de ‘dirt road’, ook op de high way staat ie z’n mannetje. Dat zagen we op de lange rit van Nairobi naar Kizumu, al wisten we het niet meteen helemaal te waarderen. Na tien bijna-dood ervaringen concludeerden we dat je voor je Keniaans rijbewijs beslist een bijzondere verrichting hebt die wij niet kennen: inhalen met tegenligger. Het gaat als volgt: je kijkt of er een tegenligger op de rechterbaan aankomt en zo niet geef je gas en haalt zoveel mogelijk medeweggebruikers in. Zodra je een tegenligger ziet ga je niet terug naar links maar knippert beide verwoed met je lichten terwijl je zo lang mogelijk rechts blijft. Als het echt niet anders meer kan zoek je links een gaatje om terug in te voegen en als dat net niet past zijn er twee opties. Of tegenligger en in te halen auto trappen op de rem zodat je ruimte hebt om in te voegen; of tegenligger en in te halen auto wijken beide voor hen iets naar links en dan past het rakelings met drie naast elkaar. Ach ja, verkeer is risicovol in het buitenland, dus waarom zou je voorzichtig doen!
Anyway, na deze vierde missiedag zijn we behoorlijk gaar. Toch zitten we er als team toch ook nog goed bij. Behalve onze twee drugs nuttigende teamleden geen verdere casualties tot nu toe. Go team MCC Kenia West 2025!
Dag 7: 8 maart
Plassen op de evenaar
Middenin de hardheid van de stad, ligt Beruham Home. De opvangplek van Eucabeth en Dominic voor de straatkinderen van Eldoret. Baby’s die te vondeling zijn gelegd, peuters, kleuters en tieners vinden er een veilige plek na een leven van zwerven, lijm snuiven en criminaliteit. Er groter contrast tussen de straat en de rust en liefde in Beruham Home, is er bijna niet. Ondanks de financiële uitdagingen, hebben Eucabeth en Dominic een eenvoudig maar ongelooflijk waardevol toevluchtsoord weten te creëren voor kinderen die anders geen schijn van kans zouden hebben.
De Nederlandse Lisa – die meerdere keren met MCC meeging – steunt het huis met de Mwazanga Kids Foundation. Op haar uitnodiging gingen we vandaag voor het eerst langs voor een medische check van de kinderen. Gelukkig bleek het grootste deel gezond te zijn en was het een dag die gekenmerkt werd door warmte en zachtheid. De grote kinderen zorgden geduldig voor de kleintjes, er werd gelachen, geknuffeld, gezongen en gedanst.
De Sophia Foundation was mee en besloot spontaan 10 van de kleinste kinderen een plekje te geven in hun huis, waar nog meer middelen en mensen beschikbaar zijn om deze kleintjes goed op weg te helpen in hun leven. En hun belofte om snel wat ballen te regelen om mee te spelen, werd met luid gejuich ontvangen.
Na een relatief korte checkdag stapten we weer in onze vertrouwde bus, maar vergis je niet. We zijn inmiddels aan elkaar, de Keniaanse klok en ons trouwe busje gewend, maar het Keniaanse verkeer blijft verrassen. Toen we aansloten in de file op de snelweg, besloot chauffeur Paul – net als vele anderen, wat op zich geruststellend was – de bus in z’n achteruit te zetten en al spookrijdend op de andere helft van de snelweg de file te omzeilen. Niemand keek op of om, behalve een clubje stomverbaasde MCC’ers van wie er enkelen met de ogen dicht het gevaar poogden te negeren. Uiteindelijk werd de tweebaansweg gebruikt als driebaansweg terwijl daar officieel echt geen ruimte voor was. Maar een beetje Keniaan laat zich duidelijk niet afschrikken door schuin aflopende bermen en na een achtbaanervaring waar de Efteling jaloers op zou zijn, kwamen we uiteindelijk even verderop weer op onze eigen rijbaan uit.
We maakten een bijzondere tussenstop precies bovenop de evenaar. En praktische Hollanders als we zijn, werden daar ook meteen de blazen geleegd in het omliggende veld, resulterend in een koddig gezicht van witte shirts verspreid tussen de bosjes. Na een week samen, schamen we ons werkelijk nergens meer voor 😉
Inmiddels zijn we aangekomen in Nakuru, van waaruit we morgen een weeshuis gaan bezoeken gerund door nonnen. We zijn vast voorbereid op hartverscheurende armoede en een tekort aan eigenlijk alles. Alle meegenomen baby- en kinderkleertjes gaan zonder enige twijfel heel goed van pas komen.
Dag 8: 9 maart
Improviseren en afscheid nemen
Tjonge, het zit er alweer op, en hoe jammer vinden we dat! Vandaag stonden er twee weeshuizen op het programma en daarna de rit terug naar Nairobi. Bij het eerste weeshuis is MMC al vaker geweest, dit wordt beheerd door een paar Indonesische nonnen. Omdat we hier maar tweeënhalf uur hadden en daarna doorgingen naar een tweede, kleiner, weeshuis met zo’n 25 kinderen tussen 0 en 2 jaar, was het snel uitpakken en daarna doorwerken geblazen. Tussen de bedrijven door werden de meegebrachte kleertjes en knuffels uitgedeeld en ook de laatste tandenborstels kwamen voor de dag.
We zagen een paar gehandicapte kinderen die al bij een eerder bezoek waren ontdekt. En ook een meisje waarvan de moeder waarschijnlijk had geprobeerd de zwangerschap te beëindigen wat niet gelukt was. Waardoor het meisje, verder heel gezond, een gezicht vol littekens had en een vingerkootje miste. In het tweede huis was het echt improviseren. We zetten niet alle stations op, het bloedprikken gebeurde op een tweezitsbank, iedereen die nog geen taak had bij een station (dus in eerste instantie ook de dokters) hielp mee kindjes uit de bedjes tillen en langs de stations dragen. De jeugdartsen waren in hun element en stonden breed grijnzend op een rijtje met allevier een baby op de arm. En de dokterspost: wie heeft er stoelen nodig als je op de grond kan zitten? En een speelkleed kan prima dienst doen als onderzoekstafel! Na ruim een uur vooral gezonde kindjes met wat bloedarmoede gezien te hebben was het tijd om af te sluiten. We hadden onze laatste checks gedaan! Sip…
Bij het eerste weeshuis hadden we al uitgebreid afscheid genomen van Marina, Thasos en Perikles. Na het tweede weeshuis zetten we David af, die met de tolk heel geruisloos wilde verdwijnen. Niet met deze crew!
Toen op weg terug naar Nairobi, met broodjes, eitjes, cake en chips circulerend door de bus als lunch. Onderweg begint het te regenen. Zou dan nu eindelijk de regen komen waar de Kenyanen met smart op zitten te wachten?
Eind van de middag geland in het ons welbekende hostel in Nairobi: uitpakken, schoonmaken, formulieren invoeren, evalueren, en ook hier weer afscheid. Namelijk van onze Keniaanse collega’s. Paul, John, Stephanie, Diane, Hezbon, Nelson…het was geweldig om samen op te trekken met jullie! We zullen jullie missen en wellicht tot een volgende MCC missie.