Dagboek missie Kenia West 2015

Kenia West 2015

Dinsdag 3 maart

Met de avondvlucht vanuit Amsterdam, is het team compleet! Om ons (Carolien, kinderarts; Janneke, kinderverpleegkundige; Judith, kinderarts in opleiding, en mijzelf, huisarts) van het vliegveld op te halen, heeft de rest van het team (: Nadine, medisch missieleider en SEH-arts; Frank, organisatorisch missieleider en directeur van een administratiekantoor; Paul, fysio- en shiatsu- therapeut; Miranda, SEH-verpleegkundige; Peter, SEH-verpleegkundige en militair, en Anne-Claire, SEH-verpleegkundige) twee en een half uur in de file gestaan op een stukje, waar je normaal 20 minuten over doet. Dit zegt veel over het wegennetwerk in Kenia. Maar ook over het team:) Het is een leuk weerzien; we gaan ‘snel’ nog wat eten in het Serena Hotel, en liggen uiteindelijk ‘ s nachts om 1.45 in de bedjes met klamboe van het missionary van de Grieks-orthodoxe kerk en Aartsbisschop Makarios. De wekker gaat om 6.30….

Woensdag 4 maart

De dag begint al warm en met zon; het pakken van de oude schoolbus: alles erbovenop zien te krijgen en dan ook nog zorgen dat het vast blijft zitten, is altijd weer een uitdaging. Gelukkig beginnen ‘de mannen’ van de Sophia Foundation Hieronymus, David, Nelson en Hesbun inmiddels expert te worden.

Marina en Gerald gaan vooruit met de Jeep; wij doen ruim 10uur over 350km, met mooie uitzichten over de Rift Valley en de theeplantages van Kericho. Gelukkig is het woensdag, en dat betekent beduidend minder dronken mannen (en ezels) op de weg; de paar noodstoppen van vorig jaar op zondag staan toch wel in ons geheugen gegrift. Na aankomst in Kisumu worden de tassen van het medisch carrousel ingepakt en geïnspecteerd en gaan we snel nog wat eten. We hebben allemaal zin om morgen eindelijk te beginnen en kijken er naar uit in 7 dagen tijd weer zoveel mogelijk kinderen te kunnen helpen.

Donderdag 5 maart

We vertrekken vroeg, rijden ruim een uur over hobbelige zandwegen tussen de theeplantages door en zijn rond 9-en in Kimarek, waar zo’n 250 kinderen ons zingend en dansend opwachten. Ontroerend, vooral de kleintjes. Knuffels met bekende leraren van voorgaande jaren, en we kunnen van start. Het carrousel staat in mum van tijd; de tafels van de artsen onder een afdakje van de school, naast de bananenbomen, de apotheek onder een tentzeil tussen de schommels gespannen. We gaan aan de slag en zien vele oude en nieuwe kinderen. Ze zijn hier wat timide. Amos, een jongetje met waterhoofd is opvallend achteruit gegaan; waar hij vorig jaar een vrolijke spring in het veld was, kan hij door de spasmes met moeite lopen en is hij stilletjes. Oorzaak: een geïnfecteerde drain. Hij is opgenomen geweest dit jaar, maar dat lijkt niet geholpen te hebben. Hij wordt opnieuw naar het kinderziekenhuis in Nairobi verwezen. de armoede in dit gebied is enorm; kinderen krijgen ’s morgens thuis thee, ’s middags eten zij op school dankzij het voedselprogramma van de Sophia Foundation, en ‘ avonds is er thuis hooguit ugali (een soort maispap). We zien een aantal kinderen die hier niet op school zitten (de medical checks gaan als een lopend vuurtje door de omgeving) en bij deze kinderen zijn de groeiachterstanden en ijzergebreken nog groter. een theeplukker verdient hier 100 shilling per dag: dat is 1 euro. Hij met hiervan vaak een gezin met 3 kinderen onderhouden. Nog lastiger wordt het dan, als hij een drankprobleem heeft, en het geld nooit thuis arriveert…

Gelukkig zien we soms ook dat het goed gaat: een kindje met Down-syndroom met een ventrikel septum defect, dat er goed gezond en verzorgd uitziet en vrolijk is: dit kindje komt mee op school en we verwijzen het niet; het is niet nodig, en zou alleen maar voor uitzondering zorgen.

Vrijdag 6 maart gaan we eerst terug naar Kimarek, om een gedehydreerde baby, die ORS kreeg, te herbeoordelen, en voor het tandenpoets-project. De baby is prima opgeknapt; speelt en lacht. Het tandenpoetsen is een feestje: in alle klassen hangt nu een rekje met 50-60 genummerde tandenborstels, en kinderen gaan 2x per dag samen poetsen: ze vinden het duidelijk leuk! Prachtig om te zien dat Nadine’s project gelukt is; hopelijk wordt hier veel tandbederf mee voorkomen!

We gaan snel door naar Kalamaibei: Weer een geweldige ontvangst met zingende, dansende kinderen. De kinderen zijn hier nog meer ondervoed dan gisteren; vaak heel vies, maar wel vrolijker. Een vader van 26 jaar vertelt dat hij ‘ about 8 children’ heeft. Hij is hier met een tweeling van 5. Een ernstig uitgedroogd kindje, knapt ter plekke op met behulp van ORS door een spuitje door Miranda gegeven: zo mooi om te zien. Net een verwelkt bloemetje dat weer gaat leven. Ouders hebben vaak geen idee. Maar er is ook echt heel weinig water dit jaar; de droogte is extreem. Ik zie een meisje met een torretje in haar oor; probeer het buiten, op de heuvel temidden van tientallen nieuwsgierige kids, uit te spuiten met behulp van een 20-cc-injectiespuit: het is een grappig schouwspel, maar het lukt helaas niet. Toch maar naar de KNO-arts morgen. Een heel zwak geretardeerd kindje, dat niet goed eet, kennen we nog van vorige jaren: op de arm van sub-intelligente moeder, die van ver aangelopen komt: zij gaan ook dit jaar weer met een grote zak medicatie naar huis, maar dit keer zijn wij echt bang, dat het kind het niet zal redden.

Zaterdag 7 maart

We hebben de eerste 3 dagen al bijna 700 kinderen gezien; er wordt had gewerkt, maar we hebben ook veel plezier. Ons Swahili vordert al zò, dat we kinderen zonder al te grote problemen zonder tolk kunnen onderzoeken. Vandaag gaan we naar : ‘ the Hill’ de school op de heuvel bij Kisengei. We maken ons op voor een pittige dag, want hier zijn altijd veel hele zieke kinderen. De gezondheidstoestand van de kinderen lijkt gelukkig wat beter dan vorige jaren: Zo mooi om te zien dat de missies echt zin hebben; dat adviezen worden opgepakt. Weer valt op hoe groot de droogte is: lege regentanks op school, en op de markt schijnt ook nauwelijks eten te koop te zijn, simpelweg omdat de oogst door gebrek aan regen veel minder oplevert dan anders. Nadine en ik kopen (m.b.v. een gift van een patiënt van een Nederlandse patiënt uit mijn praktijk, die op haar verjaardag geld vroeg om deze missie te ondersteunen!) 2 watertanks van 10.000 liter, die met behulp van ezeltjes die ieder 5 jerrycans van 5 liter dragen, van kilometers ver over de heuvels zullen worden aangevuld. Wat zou het mooi zijn, als we hier een duurzame oplossing voor konden vinden. Ook hier zien we een paar kids, met sterkte verdenking HIV, en dan bots je toch weer tegen het lastige dilemma: verwijzen of niet, want het is nog steeds een taboe, met risico op uitstoting uit de gemeenschap. De jongens van de Sophia Foundation, die de gezinnen goed kennen, adviseren ons hierin. Er is een jongetje dat we eerder hebben gezien en een paar jaar geleden op verdenking van een hormonaal probleem naar Nairobi hebben verwezen: hij weegt bijna 100 kilo, is de zoon van de hoofdonderwijzer, en die heeft hem niet naar het ziekenhuis laten gaan… het joch ziet er absoluut niet happy uit: op hoop van zegen verwijzen we hem opnieuw…

In mum van tijd zijn 241 kids gecheckt, eind van de dag is er zelfs nog even tijd om met de kids te keten en we gaan iets eerder ‘naar huis’ dan anders. We geniete enorm van een uurtje aan het zwembad!

Zondag 8 maart werken we opnieuw in Kisengei: nu een halve dag, omdat we daarna nog door moeten rijden naar Eldoret, van waaruit we de dagen daarop zullen werken. We zien een aantal kapmes verwondingen: ongelukken gelukkig en geen mishandeling, ontstaan bij werk in de tuin. Opvallend veel kinderen met kiespijn, die naar de tandarts verwezen worden. Hopelijk gaat het tandenpoets- project ook hier werken. Een jongen van 12 met aangeboren afwijking aan zijn voet ‘en spasme, waardoor hij heel moeilijk loopt, heeft nooit eerder een dokter gezien. Een heel betrokken vader is bij hem. Hij wordt verwezen naar de orthopeed, om te zien of er alsnog een operatie mogelijk s; er is voor hem m.b.v. het fonds van mijn Nederlandse patiente in ieder geval geld voor orthopedische schoenen, om verdere verslechtering te voorkomen!

Na toch nog 165 kinderen te hebben gezien, en een lange rit naar Eldoret, installeren we ons in de hutjes van de POA Lodge, een fijne plek. De komende 2 dagen zullen we op St Peter’s werken, de favoriete school van Aartsbisschop Makarios: hij zal er deze dagen ook bij zijn.

Maandag 9 maart worden we enorm enthousiast welkom geheten door de leraren en kinderen, en krijgen we zelfs een cadeautje van hen. Het is een warme, winderige dag met veel stof. Omdat het binnen in de klaslokalen te donker is, om de kinderen goed te kunnen onderzoeken, zitten we in de zon op het schoolplein. Om in de chaos van wind, stof, warmte (zeker 35 graden Celcius) en heel, maar dan ook heel veel schreeuwende kinderen, geconcentreerd te blijven, is best een opgave. Iedereen heeft een zware dag. We proberen de kinderen net als anders alle aandacht te geven die mogelijk is, want dat verdienen ze. De leraren zijn toegewijd en betrokken: je zal ze hier nooit horen klagen. Een ernstig uitgedroogd, ziek baby’tje wordt ingestuurd: we kunnen er de vinger niet op krijgen wat er precies aan de hand is.

Dinsdag 10 maart gaan we terug naar St Peter’s. Terwijl we het artsengedeelte van de carrousel dit keer achter de school, wat meer in de schaduw en uit de wind installeren, komt de moeder van het baby’tje van gister naar Nadine en Carolien: het kindje blijkt 5 uur na opname in het ziekenhuis te zijn overleden. Een ontzettend verdrietig bericht. De moeder is stil. Zij weet niet wat er aan de hand is geweest. Het was haar enige kind. Later die dag zullen de papieren uit het ziekenhuis komen.

Vandaag hebben we ook op St Peter’s een halve dag, omdat we die middag doorrijden naar Nakuru, waar we de volgende dag in 2 gevangenissen zullen checken. Geen tijd om heel lang bij het overleden kindje stil te staan: er wacht nog een flink aantal kinderen op ons. We zien deze dag veel pneumonieën. En ook hier bewonderen we het tandenpoets-project: de rekjes met 50-60 genummerde tandenborstels en vooral het enthousiasme van de kids zijn aandoenlijk.

Woensdag 11 maart: onze 7e en laatste werkdag! Omdat we vandaag niet ver hoeven te rijden, kunnen we een piepklein beetje uitslapen: we vertrekken rond 8.30 naar de Women’s prison, waar we zo’n 25 baby’s en peuters zullen zien. Onze tassen en telefoons mogen niet mee naar binnen; we krijgen strikte instructies m.b.t. veiligheid: zodra de sfeer dreigend wordt, pakken we alles in en gaan we. Tientallen vrouwen in gestreepte jurken kijken ons nieuwsgierig aan. Zij zitten vaak met z’n 40-en in barakken, en mogen er overdag wisselend uit, o.a. om te werken. Omdat het door de vele vechtpartijen niet veilig is, worden de kinderen van de moeders gescheiden: zij slapen in de nursery en zien elkaar alleen overdag een paar momenten. De kinderen zijn schatjes en heel sociaal: ze vinden het heerlijk om te keten en te knuffelen. We zien relatief veel anaemieën, waarbij een paar kinderen met sikkelcel. Het eten is eenzijdig, zonder groenten en fruit: Nadine en Marina krijgen het voor elkaar wekelijks groenten en fruit binnen te krijgen via de Sophia Foundation. in tegenstelling tot vorig jaar, zijn er geen kinderen met HIV.

In de kindergevangenis, het ‘Children’s Remand Home’ zitten zo’n 40 kinderen, die ofwel een ernstige misdaad hebben begaan, ofwel mishandeld, verkracht of wees geworden zijn. De omgeving is niet vrolijk, maar toch zien we geweldige verbetering ten opzichte van vorig jaar: De kinderen zijn schoon, zien er relatief gezond uit, en hun slaapzaaltjes zijn fris en opgeknapt. Het personeel, en vooral Duncan, de maatschappelijk werker, zijn apetrots. Zo mooi om te zien, wat werkelijke betrokkenheid doet. Dat er dus toch hoop is. Dat Afrika geen bodemloze put is.

1248 kinderen gezien: ineens is de missie klaar. Een onwerkelijk moment. Het was een intense week met een super team.

Vele verdrietige, verlegen, blije en vrolijke gezichtjes van kids in het geheugen gegrift.

Altijd weer een wennen aan het werken in Nederland, als je terug bent: hele andere problematiek.

In Afrika geldt het overleven. Het relativeert wat makkelijker. Ik hoop tot volgend jaar, maar bòvenal hoop ik dat het goed zal gaan met alle kinderen die we gezien hebben!

Esther Broekhuizen